Hey lieve vriendin, daar ben ik weer!
De vorige keer schreef ik je over het idee van “er al zijn” in plaats van nog ergens naartoe te moeten. Een perspectief dat veel rust kan brengen in de ratrace van het leven, mits je het daadwerkelijk kunt ervaren.
Je reactie was dat je er niet veel mee kon; het blijft jouw eeuwige vraag. Eeuwig is best lang, toch? Dat brengt me meteen op een andere vraag: wanneer ben je er dan wél? Aan het einde van je werkleven? Als je 25 jaar gelukkig samen bent? Of pas wanneer je overlijdt? Misschien ben je er wel nooit echt? Dat lijkt me geen fijne plek, maar misschien is dat mijn perceptie. Het roept bij mij een gevoel van tekort op: dat wat er eigenlijk allang had moeten zijn, is er nog niet.
Je weet dat ik graag werk met de Griekse godinnen, en een van hen is Hestia. De godin van het vuur—zowel het alledaagse haardvuur als het symbolische vuur, zoals bij de Olympische Spelen, en het wijze, raadselachtige orakelvuur. Vooral dat laatste fascineert me. Eén van Hestia’s talenten is dat ze heel goed met de werkelijkheid kan omgaan: wat er is, is er. Punt. Met oordeel, inzicht, en beweging, maar zonder waardeoordeel—het is niet goed, het is niet fout. Het is geen tekort, noch een overschot. Voel je de ruimte die hier ontstaat? Op deze plek wordt even helemaal niets van ons verwacht. Wij, die altijd zo hard bezig zijn geweest—misschien mag ik zelfs wel zeggen, zo hard gevochten hebben voor alles.
Het lijkt zo simpel. Misschien is dit ook waar boeddhisten hun hele leven naar streven: de ultieme vorm van mindful zijn, het nederige van Ubuntu zonder enige vorm van onderdanigheid, de zoektocht naar het goddelijke. Al vind ik de tekst van Dr. Seuss veel speelser .
Knuf,
Vivian